onverwacht Sinterklaas cadeautje
Bijzondere "Bijenkorf" puzzel
Op 6 December 2009 kreeg ik een mailtje van
Geert Bekkering
met 2 foto's erbij. Geert (van het Puzzel Gilde) had deze
puzzel in handen gekregen en vroeg zich af of die nou wel
of niet een "Klaus-puzzel" was, omdat de zaagsnede en houtsoort
afweken van de gebruikelijke Kolibri-stijl.
Zus Marianne was zo slim om deze vraag door te spelen naar Oom Hans,
de laatst overgebleven broer van onze vader en erg op de hoogte van het
Kolibri verhaal (oom Hans overleed op 26 april 2017).
Hieronder het antwoord van Hans Klaus:
Jazeker is dit een Klaus-puzzle.
En wel (inderdaad) uit het begin van de oorlogsperiode. De lay-out
van het etiket duidt daar al op. Drukwerk van Van Wijland te
Laren. De plaat is nog een Engelse plaat van Harrison. De in
Engeland bestelde voorraad ging nog een aardig tijdje mee.
Het “massieve” hout klopt ook. In de oorlog was triplex steeds
moeilijker te krijgen. Daarom zocht mijn vader (jullie grootvader dus)
naar een oplossing en meende dat te vinden in wat hij noemde (en officieel
ook zo heet) “fineer”. Met fineer in deze vorm was mijn vader
goed bekend, want dat werd gebruikt voor sigaren- en vruchtenkoekjeskistjes.
En aangezien mijn vader vertegenwoordiger was van Halbertsma te Grouw
en in die functie, tot bijna aan zijn dood zelfs, zogenaamde ongespijkerde
kistjes, bestemd voor sigaren en vruchtenkoekjes, aan de man bracht,
wist hij heel veel van dit soort dingen. Omdat die kistjes nooit in Bussum
waren te zien, maar rechtstreeks naar de afnemers werden verzonden, zag
ik die kistjes nooit.
Daarom heb ik me toen nogal verwonderd over de
dikte van het “fineer”. Fineer is namelijk gewoonlijk zeer
dun, uit de aard van zijn bestemming, te weten een andere houtsoort fineren.
Hij heeft mij dat toen uitgelegd. Mijn vader (jouw grootvader dus) was
ook degene, die dit soort vernieuwingen zelf in de hand hield. Als jongetje
van even boven de tien ik zat daar altijd met mijn neus bovenop (eerder
ook al trouwens).
De gewone K-puzzles waren zelfs al bij triplex zeer kwetsbaar (er
werd heel wat afgerepareerd aan afgebroken lipjes, dat zal je je
vast nog wel herinneren). Het was daarom niet mogelijk op dezelfde
manier puzzles te zagen van dat ruwe fineer. Het hout was nogal
krom ook, dus dat vroeg om moeilijkheden. Er was eenvoudig niet
voldoende samenhang. Min of meer tegen beter weten in, werden de
puzzles toch in de handel gebracht. Het was in die tijd niet moeilijk
om wat dan ook aan de man te brengen. De vraag was aanzienlijk
groter dan het aanbod. Daarom kon mijn vader ook vragen wat hij
wilde. In dat licht bezien was die ƒ 1.95 helemaal niet zo gek.
De puzzles, die een paar jaar later rechtstreeks aan “Den
Uyl” in de Nassaulaan werden verkocht, hadden ook die prijs
zo ongeveer, als ik mij goed herinner. Voor het afbreekprobleem
van de lipjes werd een voorlopig compromis gevonden door deze flodderige
puzzles te zagen. Zonder lipjes. In dat soort dingen was jouw vader
dan weer de specialist. Geen wonder dat de puzzle in kwestie niet
wordt herkend als een Klaus-puzzle (toen nog “K-puzzle“ geheten,
al heette deze dan “Bijenkorf-puzzle“. Overigens “puzzle“ en
niet “puzzel“. Het idee in 1932 om houten legpuzzles
te gaan zagen, kwam uit een Engels hobby-blaadje, waar we toen
kennelijk op waren geabonneerd. Dat blaadje werd uitgegeven door
de fabrikant van de trapzaagmachientjes “Hobbies“,
waar we later nogal wat van hebben gekocht). Maar na korte tijd
gaf mijn vader het toch maar op. Daarom is die puzzle ook zo zeldzaam.
Daarna kwam zachtboard aan de beurt. Hardboard was geen haalbare
kaart.
Hij (mijn vader), stond altijd op de bres voor zeer hoge kwaliteit. Hij
mopperde wat af als die niet naar zijn zin was. Daarom was hij ook zo
verguld met die Duitse, zeer dunne zaagjes (die na de oorlog door Bep
Voskuilen werden mishandeld op de slijpsteen.).
Wat leuk overigens dat jullie een puzzledeskundige achter de hand hebben.
Nog wel voorzitter van het Puzzelgilde. Dat lijkt me een interessante
man. Zou ik best eens kennis mee willen maken.
|